Capsules worden door de operator met behulp van het zend- / ontvangststation handmatig in de buis gestoken of daaruit verwijderd. In het geval van het handmatige verzendstation vult de operator de capsule met het monstermateriaal, dicht het af en plaatst het in het afleveringsapparaat van het station. Nadat de deur is vergrendeld, kan de capsule worden weggeschoten.
Als de capsule aankomt bij het ontvangststation, moet de deur worden geopend en de capsule worden verwijderd zodra deze is ontvangen. Het openen van de capsule kan vereenvoudigd worden door de optionele hendel voor het verwijderen van de hoes te gebruiken.
Een bulk monster kan zonder handmatige hulp door het volautomatische zendstation in een capsule worden gevuld en in de buis van het pneumatische buissysteem worden gebracht. Hiertoe wordt de lege capsule automatisch uit de buis verwijderd, geopend en onder een monstervulopening gebracht. Na te zijn gevuld met monstermateriaal, wordt de capsule opnieuw afgesloten en in de buis gebracht. positionering van de capsule op de interne stations wordt betrouwbaar uitgevoerd door een motorreductor en verschillende pneumatische cilinders.
Mixers en doseereenheden kunnen stroomopwaarts van het volautomatische zendstation worden aangesloten afhankelijk van de situatie van de bemonstering. De mixer zorgt ervoor dat de deelmonsters die uit de capsule worden verwijderd, grondig worden gemengd. De doseereenheid scheidt op zijn beurt een deelhoeveelheid af van dit monster om een voldoende hoeveelheid te garanderen voor de volgende processtappen in het laboratorium.
Het volautomatische ontvangststation neemt de met monstermateriaal gevulde capsule uit de buis en leegt deze.
Voor dit doel wordt de capsule ondersteboven in het ontvangststation geopend, zodat het bulkmateriaal dat zich daarin bevindt vrij in een verzameltrechter kan worden opgevangen. Zodra de drager en de verzameltrechter geleegd zijn, worden ze met lucht uitgeblazen.Vervolgens wordt de capsule opnieuw gesloten en is deze gereed voor afvoer in de buis.
De volledig geautomatiseerde processen in het station worden gerealiseerd door pneumatische cilinders.
Installatie van buisomleiders is noodzakelijk om bijvoorbeeld meerdere zendstations met een ontvangststation in het laboratorium te kunnen verbinden. Met de buisomleider kunnen maximaal vier zendstations met één ontvangststation worden verbonden. Het plaatsen van de voorgeselecteerde richting gebeurt door een motorreductor.
Voor een veilige en betrouwbare werking van het pneumatische buizensysteem zijn precisiebuizen, buisbochten, buisconnectoren, buiscontacten, dragers, zijkanaalventilatoren en diverse bevestigingselementen noodzakelijk.
In het kader van de projectplanning moeten al deze componenten afzonderlijk worden samengesteld om een hele installatie te maken. De besturing van een pneumatisch buizensysteem is van bijzonder belang, omdat het niet alleen verantwoordelijk is voor de afzonderlijke machines en dat hun interactie correct functioneert, maar ook moet zorgen voor de verslaglegging.
Het besturingssysteem moet daarom worden aangepast aan de werkelijke operationele behoeften op basis van onze standaardprocedures.
Dit betekent dat de documentatie aan uw behoeften wordt aangepast en dat traceerbaarheid ook tijdens storingen gegarandeerd is.