De suspensie die wordt toegevoerd via de toevoerpijp wordt versneld in een relatief kleine trommeldiameter die is ontworpen om te voldoen aan klaringseisen.
De vaste stof die zich in de klaringstrommel heeft verzameld, is vooraf ingedikt door middel van een korte kegel. Hier kan het vulvolume van de trommel en daarmee de lengte van de ontwateringssectie traploos worden ingesteld door middel van een overloopplaat.
De vooraf ingedikte vaste stof wordt afgevoerd over de afvoerrand aan het einde van de klaringstrommel in een aansluitende, aanzienlijk grotere trommelconus.
Hierbij wordt de vaste-stofkoek gebroken en herverdeeld met een kleinere laagdikte vóór de wormgang en als gevolg hiervan kleinere volumes tussen wormgangen.
Tegelijkertijd garandeert de grotere diameter van de trommelconus hoge g-waarden bij relatief lage rotorsnelheden. De resterende vloeistof wordt afgevoerd via een afzonderlijke vloeistofuitlaat.
De doorslag van vaste stof in het filtraat is klein en wordt gerecirculeerd in de centrifuge en daarom mag dit niet worden geclassificeerd als een verlies.
Het wassen van het product is ook mogelijk met de tweede trommelconus, waarbij de spoelvloeistof gescheiden van het moederloog wordt afgevoerd.