Verkleining in de kaakbreker vindt plaats in een wigvormige breekkamer tussen een vaste en bewegende breekkaak. In de bovenste ophanging wordt de bewegende breekkaak aangedreven via een excentrische as en onderaan ondersteund door een verstelbare excentrische as. Deze speciale geometrie maakt het mogelijk dat de breekkaak een elliptische rotatiebeweging uitvoert, zowel in de bovenste ophanging, als bij de afvoeropening. Als resultaat van deze bewegingen wordt de breekkamer bij elke rotatie verkleind, hetgeen leidt tot materiaalverkleining, maar ook vergroot, zodat het materiaal wordt losgemaakt en verder naar beneden kan glijden.
De wigvorm van de breekkamer en de beweging veroorzaakt door de excentrische as vergemakkelijken het materiaal dat dieper naar beneden in de breekkamer glijt bij elke rotatie totdat het fijn genoeg kan worden gebroken om door de openingsspleet te gaan.
Tegelijkertijd maakt de opstelling van de beweegbare breekkaak een hoge doorvoersnelheid en een hoge haalbare fijnheid van het eindproduct mogelijk, terwijl deze opstelling – afgezien van het ontwerp – afhankelijk is van de grootte van de uitwerpopening op de breker en het maatverkleiningsgedrag van het fijngemaakte materiaal.